Competitie reglement

1 Uitgangspunten

1.1 Dit reglement is opgesteld door de Technische Commissie. De Technische Commissie is als enige bevoegd dit reglement te wijzigen. Opmerkingen over het reglement en eventuele wijzigingsvoorstellen van derden worden door deTechnische Commissie afgehandeld.
1.2 De competitie is een parencompetitie en bestaat uit 6 speelronden van ieder 5 zittingen.
1.3 De competitie wordt gespeeld in drie lijnen (speelgroepen): A, B en C.
1.4 De indeling voor de lijnen A, B en C in de eerste ronde wordt bepaald door de Technische Commissie op basis van in het verleden behaalde resultaten per paar en per persoon gedurende de competities en drives van Bridgeclub De Tempel in voorgaande jaren. Paren, waarvan geen van de spelers ooit bij De Tempel hebben gespeeld worden in principe in de C-lijn ingedeeld. De Technische Commissie kan hiervan afwijken.
1.5 Na de rondes 1 t/m 5 degraderen er drie paren van de A-lijn naar de B-lijn, en promoveren er drie paren van de de B-lijn naar de A-lijn. De Technische Commissie kan beslissen dat er één paar meer promoveert of één paar meer degradeert als er een onbalans bestaat tussen het aantal A en B paren. Streven is om ongeveer even veel A als B paren te hebben.
1.6 Na de rondes 1 t/m 5 degraderen er drie paren van de B-lijn naar de C-lijn, en promoveren er drie paren van de de C-lijn naar de B-lijn. De Technische Commissie kan beslissen dat er één paar meer promoveert of één paar meer degradeert als er een onbalans bestaat tussen het aantal B en C paren. Streven is om ongeveer twee C paren meer te hebben dan B paren.
1.7 Promotie en degradatie kunnen niet geweigerd worden.
1.8 Aan het eind van de competitie wordt bepaald wie er kampioen is in elk van de lijnen A, B en C. De kampioen van de A-lijn mag zich tevens clubkampioen noemen.
1.9 In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de Technische Commissie.
 

2 Zittingen 

2.1 Voor iedere competitie zitting wordt een indeling gemaakt in drie lijnen A, B en C. Ieder paar wordt in principe ingedeeld in de lijn waarin het paar voor de betreffende ronde is ingedeeld. In overleg met betrokkenen wijkt de Technische Commissie hiervan af als op die manier een stilzittafel vermeden kan worden. Een paar, waarvan één van de spelers de zittingsavond niet bijwoont (“half paar”) wordt door de Technische Commissie zoveel mogelijk gekoppeld aan een ander half paar uit dezelfde lijn, en ingedeeld in dezelfde lijn. Indien nodig doet de Technische Commissie een beroep op invallers van buiten de club (doorgaans “wachtlijsters”). De leden mogen dus niet zelf voor een invaller zorgen, tenzij de Technische Commissie hen die mogelijkheid biedt.
2.2 Een zitting bestaat uit zes speelronden van ieder vier spellen.
2.3 Voor iedere zitting wordt een wedstrijdleider aangewezen door de Technische Commissie. Deze is verantwoordelijk voor het openen van de avond, het wisselen na iedere speelronde, en het bijhouden van de klok.
2.4 Gedurende een zittingsavond kunnen alle leden van de Technische Commissie, en eventueel andere leden van de club, aangewezen door de Technische Commissie, optreden als arbiter.
2.5 De beslissing van de arbiter zijn bindend voor de spelers. Na overleg met andere arbiters kan een arbiter zijn beslissing herroepen. Bezwaar tegen de beslissing van een arbiter kan uitsluitend aan het eind van de speelavond worden ingediend bij de Technische Commissie.
2.6 Er wordt gespeeld conform de regels van de Nederlandse Bridge Bond.
2.7 Aan het eind van de zittingsavond wordt de uitslag bepaald per lijn op basis van matchpunten per spel en berekening van de percentages. Dit percentage is de “zuivere score”.

3 Competitieronde

3.1 Na iedere zitting krijgt ieder paar een score toegekend voor de betreffende competitieronde, ook indien één of beide spelers van het paar gedurende de zitting afwezig zijn geweest.
3.2 De behaalde scores worden als volgt geclassificeerd:
• Indien het paar, of één van de spelers van dat paar in combinatie met een gelegenheidspartner in lijn A gespeeld heeft is sprake van een A score.
• Indien het paar, of één van de spelers van dat paar in combinatie met een gelegenheidspartner in lijn B gespeeld heeft is sprake van een B score.
• Indien het paar, of één van de spelers van dat paar in combinatie met een gelegenheidspartner in lijn C gespeeld heeft is sprake van een C score.
3.3 Een paar dat in de vaste samenstelling heeft gespeeld in de eigen lijn of in een lagere lijn krijgt het behaalde percentage als score voor de zitting.
3.4 Een paar dat in de vaste samenstelling één lijn hoger speelt dan ingedeeld, krijgt voor de betreffende zitting het behaalde percentage verhoogd met 7.5%. Dit is het geval als een C paar in lijn B speelt of een B paar in lijn A.
3.5 Een paar dat in de vaste samenstelling twee lijnen hoger speelt dan ingedeeld, krijgt voor de betreffende zitting het behaalde percentage verhoogd met 15%. Dit is het geval als een C paar in lijn A speelt.
3.6 Indien beide spelers van een paar deelnemen aan een zitting, doch niet samen spelen krijgt het paar voor de stand in de competitieronde een score van 45%.
3.7 Indien één van de spelers van een paar de zittingsavond niet bijwoont, en de andere speler van het paar speelt met een ander “half paar” of een invaller, dan wordt op de behaalde score tevens een lijncorrectie toegepast, vanwege het spelen in een relatief hoge of lage lijn. Dit is in overeenstemming met 3.3, 3.4 en 3.5, met dit verschil dat er ook percentages in mindering gebracht kunnen worden voor het spelen in een lagere lijn.
lijncorrectie voor A paar lijncorrectie voor B paar lijncorrectie voor C paar
A score 0 +7.5 +15
B score -7.5 0 +7.5
C score -15 -7.5 0

3.8 Indien het (hele) paar alle zittingen van een competitieronde mist krijgt het paar voor de zittingen scores van 50% voor de eerste zitting, 45% voor de tweede zitting en 40 % voor de zittingen 3 t/m 5 van de betreffende competitieronde. Dit geldt niet als het paar vooraf een “ijskastregeling” heeft aangevraagd (zie 3.10).
3.9 Indien een (heel) paar gedurende één of meer, doch niet alle zittingen van de competitieronde niet aanwezig is, krijgt het paar voor de betreffende zittingen een arbitrale score. Voor de eerste zitting van de competitieronde die het paar afwezig is, krijgt het paar een score gelijk aan het gemiddelde over de wel gespeelde spellen met een maximum van 50%. Voor de overige zittingen krijgt het paar een score gelijk aan het gemiddelde over de wel gespeelde spellen met een maximum van 45%. Dit geldt niet als het paar tijdig een “ijskastregeling” heeft aangevraagd (zie 3.10).
3.9a Indien de laagst behaalde score van een paar tijdens een competitieronde niet behaald is in de vaste samenstelling van het paar, dan kan deze score vervangen worden door een score, als had het paar niet gespeeld gedurende de betreffende zitting. Er wordt derhalve een score conform artikel 3.9 toegekend voor deze zitting in plaats van de feitelijk behaalde score.
3.10 Voor de tweede tot en met de vijfde competitieronde kan een paar een ijskastregeling aanvragen. Deze regeling kan worden toegepast als een heel paar gedurende ten minste drie opeenvolgende zittingen van de competitieronde niet aanwezig is, bijvoorbeeld in verband met vakantie of ziekte. Het paar dient dit vooraf aan te geven. In plaats van de vervangende score als beschreven in 3.8 en 3.9 krijgt het paar dan voor de betreffende zittingen een score gelijk aan de gemiddelde score uit de vorige competitieronde verminderd met 1%. Dit kan degradatie van een normaliter redelijk scorend paar voorkomen. Het paar is echter niet uitgesloten van degradatie.
3.11 De eindstand van de competitieronde wordt bepaald door het gemiddelde van de scores van alle vijf de zittingen.
3.12 De laagstgeklasseerde paren uit de A-lijn degraderen voor de volgende competitieronde naar de B-lijn; de laagstgeklasseerde paren uit de B-lijn degraderen voor de volgende competitieronde naar de C-lijn. Het aantal degraderende paren per lijn is in principe drie, tenzij anders wordt bepaald door de Technische Commissie. Zie 1.5 en 1.6.
3.13 Voor promotie komen alleen die paren in aanmerking die ten minste drie maal in de vaste samenstelling hebben samengespeeld gedurende de competitieronde.
3.14 De hoogstgeklasseerde paren uit de B-lijn, die voldoen aan 3.13 promoveren voor de volgende competitieronde naar de A-lijn; de hoogstgeklasseerde paren uit de C-lijn, die voldoen aan 3.13 promoveren voor de volgende competitieronde naar de B-lijn. Het aantal promoverende paren per lijn is in principe drie, tenzij anders wordt bepaald door de Technische Commissie. Zie 1.5 en 1.6.
3.15 Indien twee of meer paren ex aequo eindigen op de laagste promotieplaats, promoveert het paar dat het vaakst samengespeeld heeft. Indien ook dit aantal gelijk is beslist het lot.
3.16 Indien twee of meer paren ex aequo eindigen op de hoogste degradatietieplaats, degradeert het paar dat het minst vaak samengespeeld heeft. Indien ook dit aantal gelijk is beslist het lot.

4 Bepaling eindstand

4.1 Ieder paar, dat in de vaste samenstelling heeft deelgenomen aan een competitiezitting, krijgt een score voor die zitting ten behoeve van de bepaling van de eindstand.
4.2 Paren die niet voldoen aan 4.1 krijgen een score van 40% voor die zitting ten behoeve van de bepaling van de eindstand.
4.3 Alleen paren die ten minste 16 competitieavonden in de vaste samenstelling hebben deelgenomen, worden in de eindstand van de competitie opgenomen.
4.4 Ieder paar dingt mee naar het kampioenschap in de lijn waarin het paar gemiddeld het vaakst gepeeld heeft. Deze lijn wordt als volgt bepaald:
• Bepaal voor ieder paar 2 maal het aantal A scores plus één maal het aantal B scores.
• Deel het verkregen getal door het totale aantal scores.
• Indien het resultaat kleiner is dan, of gelijk aan 0.5 wordt het paar opgenomen in de eindrangschikking van de C lijn.
• Indien het getal groter is dan 1.5 wordt het paar opgenomen in de eindrangschikking van de A lijn.
• Alle overige paren worden opgenomen in de eindrangschikking van de B lijn.
4.5 Indien een paar voor de eindrangschikking is ingedeeld in een bepaalde lijn en scores heeft behaald in een andere lijn, dan wordt de lijncorrectie conform 3.7 opgeteld bij de score.
4.6 De eindscore per paar wordt bepaald door het gemiddelde over de 24 beste scores.
4.7 Voor iedere lijn wordt het paar met de hoogste gemiddelde score de lijnkampioen. De kampioen van de A lijn mag zich tevens clubkampioen noemen.